Auteursarchief: Elisa

Sociale duurzaamheid: De Sinterklaas-Surprise!

sinterklaas-pinguinDe goedheiligman is weer in het land! Ik ben niet iemand die veel aan Sinterklaas doet. Thuis vieren we het allang niet meer, aangezien er altijd alleen maar onzinkadootjes werden gekocht. En dat heeft weinig met duurzaamheid en groen leven te maken. Maarrr: ik maak wél graag mensen blij. En dat bracht me op het volgende idee.

Ik denk dat het 2 jaar terug is dat rond deze tijd, iemand in een Facebookgroep een bericht postte over duurzame Sint-kadootjes. Iemand anders zei tussen neus en lippen door dat ze niemand had om Sinterklaas mee te vieren. Ik heb via PB haar adres gevraagd, gaf aan dat ik voor Sinterklaas wilde spelen en rond 5 december kreeg zij via de post een pretpakketje met een gedichtje en kadootjes. Dingetjes waarvan ik dacht dat zij het leuk zou vinden, en die bij mij nog lagen te liggen. Bijvoorbeeld een blikje slaapbalsem die ik per ongeluk dubbel ontvangen had van de webshop. Ze was zó blij met haar pakketje en ik was blij dat ik iets moois voor iemand anders kon doen.

Dat wil ik dit jaar weer gaan doen. Spontaan iemand verrassen die het moeilijk heeft en die wellicht helemaal geen familie of vrienden heeft om Sinterklaas mee te vieren. Ik word er blij van en iemand anders ook. En dit is waar jullie nodig zijn!

Ken jij iemand die wel een spontaan lichtpuntje kan gebruiken? Iemand die het zwaar heeft (gehad), een bijna afwezig sociaal netwerk heeft of de financiële middelen niet heeft om een leuke Sinterklaas te vieren? Mail dan naar duurzamedinkies(at)gmail.com met zijn of haar naam, adres en de reden waarom juist deze persoon een Sinterklaas-Surprise verdient. Het moet allemaal een verrassing blijven, dus reageer alleen via de mail of in een PB op Facebook en niet openbaar! Uit alle inzendingen kies ik één of meerdere personen waarvan het verhaal mij het meest aanspreekt. Deze personen kunnen rond 5 december een mooi pakketje in de brievenbus verwachten! Zonder afzender en ook jij wordt niet genoemd als ‘fire starter’. Met de juiste inspiratie komt er ook een leuk gedichtje bij.

Ik ben benieuwd naar jullie reacties!

Blijf op hoogte van nieuwe posts en volg Duurzame Dinkies op Facebook!

Een Groene Oase in wording

Zaterdagavond was ik aanwezig bij de aftrap van De Groene Oase Koedijk: een pilot project dat uitgevoerd wordt in samenwerking met de Provincie Noord-Holland. Het idee erachter is om grond terug te geven aan de burger om groene, duurzame en ecologische projecten te ontwikkelen. Zoals jullie wellicht al op Facebook hebben gelezen heb ik me aangemeld als vrijwilliger voor dit project zodra ik erover las, het is echt een ontzettend gaaf gebeuren! Tijdens de presentatie werd uit de doeken gedaan wat ze precies van plan zijn en ook in grote lijnen hoe dat gerealiseerd gaat worden. Er was een heel grote opkomst, teken van een grote draagkracht voor dergelijke projecten! Een fijne gedachte.

De Groene Oase wordt een voedselbos, maar ook meer dan dat. Het perceel, dat in totaal 5 hectare groot is, bestaat uit twee gedeeltes. Het noordelijke deel zal ingericht worden als voedselbos, het zuidelijke deel als boomgaard, permacultuurtuin en rust- en ontmoetingsplek met educatieruimte. Er komt een paddenpoel, en er worden veel insectenplanten gezaaid. Er worden bijenhotels gemaakt om al die zoemers een nestelplekje te geven. Bijna alles wat je zoekt in een groen en ecologisch project is vertegenwoordigd.

Doelen van De Groene Oase zijn, naast het vergroten van de biodiversiteit, ook educatie en sociale cohesie. Het vierde doel – het verbeteren van de leefomgeving – komt in feite voort uit de eerste drie. In een voedselbos wordt zoveel mogelijk met de natuur gewerkt. In feite gaat het erom dat je de natuur haar ding laat doen – ze weet zelf wat goed is, ze moet er alleen de kans voor krijgen. Dat betekent ook polyculturen. Dat is natuurlijk een heel andere insteek dan in het huidige landbouwklimaat waar juist volledig tegen de natuur in gewerkt wordt met monoculturen- met alle gevolgen van dien.

Het is een gebied dat straks voor iedereen gratis toegankelijk zal zijn en iedereen mag naar behoefte vruchten en noten plukken. Kortom: het wordt van de burger. Dat ‘straks’ moet je overigens niet te licht opvatten: het kost vele jaren om een voedselbos goed te laten ontwikkelen. Des te meer reden om er nú mee te beginnen!

Zo’n groot project komt natuurlijk niet vanzelf van de grond: er is geld voor nodig, en er zijn vrijwilligers nodig. Voor het eerste deel is een crowdfundingsactie opgezet. De 5000 euro voor het aankopen van plantgoed is al binnen! Maar er is natuurlijk veel meer nodig om De Groene Oase te laten floreren. Er wordt nu verder gespaard voor een educatieruimte, bijvoorbeeld in de vorm van een geodome. Wil je daar aan bijdragen? Dat kan nog steeds via de crowdfundingscampagne. En de vrijwilligers, daar zijn er ook ontzettend veel van nodig! Langzamerhand druppelen de vrijwilligers binnen waarvan ik er dus één van ben, maar het is een immense onderneming en we hebben er dus nog veel meer nodig! Dus woon je in de buurt en wil je graag bijdragen aan De Groene Oase, meld je dan aan! Dat kan via Facebook of via e-mail – info at degroeneoase punt eu. Je bent meer dan welkom, dus sluit je aan!

Ik ben heel benieuwd naar hoe De Groene Oase vorm mag gaan krijgen de komende jaren. Als er interessante ontwikkelingen zijn houd ik jullie op de hoogte – of like de Facebookpagina van Stichting De Groene Oase Koedijk en lees de nieuwtjes zodra ze er zijn 🙂 Ook de website is het lezen meer dan waard!

PS: deze week kon ik van start met mijn eigen wasbaar-toiletpapier-projectje! Dat heb ik voor de gelegenheid maar omgedoopt tot Duurzame Doekjes. Binnenkort meer daarover 🙂

Blijf op hoogte van nieuwe posts en volg Duurzame Dinkies op Facebook!

Papegaaitje leef je nog?

Ken je dat liedje nog? Nou, dit papegaaitje leeft nog hoor, maak je geen zorgen. Het is zo ongeveer een eeuw terug dat ik mijn laatste blogpost heb gedaan! Als je Duurzame Dinkies op Facebook volgt zie je daar af en toe wel iets voorbij komen, maar een artikel schrijven is er de laatste tijd gewoon niet van gekomen. De schrijfscore van het afgelopen jaar is bedroevend. De hoogste tijd voor een update!

Naast de alom bekende drukte zijn we het laatste half jaar ontzettend intensief bezig geweest met een al dan niet op handen zijnde verhuizing naar Friesland. Dat heeft heel veel van ons gevraagd en uiteindelijk is het toch niet doorgegaan. Dat is helemaal prima, omdat het voor ons de focus weer helder heeft gekregen. We blijven hier in de regio en kunnen hier dan ook weer stappen vooruit zetten. Voor die tijd deden we dingen vaak niet, in het kader van ‘we gaan misschien toch naar Friesland over een tijdje, wat heeft het dan voor zin?’

We zijn realistischer geworden. In plaats van een utopische duurzame droom na te jagen, gaan we roeien met de riemen die we hebben. En die riemen duurzamer maken! Dat betekent onder andere dat ik komend seizoen een vierkante meter moestuinbak op mijn balkon ga zetten. Ik ga een plannetje uitdokteren om zoveel mogelijk gebruik te kunnen maken van het balkon, inclusief insectenplanten – zonder dat de opdravende vlinders opgegeten worden door de katten. Hersenkrakertje hoor…

Er komt bijvoorbeeld lavendel en Oost-Indische kers. Planten waar ik al jaren van droom, maar steeds stelde ik het uit (want als ik eenmaal een tuin heb dan…). Nu niet meer! Ok, stokrozen zijn niet echt realistisch op mijn balkonnetje ben ik bang. Maar we gaan focussen op wat wél kan.

Ondertussen ben ik er stiekem best een beetje trots op dat de kachel hier nog niet is aan geweest. Behoudens die paar dagen dat de CV van slag was en hij óók de radiator ging verwarmen als je warm water vroeg. Grrrr. Dat is inmiddels weer verholpen en die kachelactie schrijven we weg onder het kopje ‘we konden er niks aan doen’. Op dit moment halen we overdag de 18 graden nog, maar ik ben benieuwd wat er gebeurt wanneer de koude nachten in gaan zetten.

Ook kan ik straks ein-de-lijk van start met mijn wasbare wc-doekjes, met dank aan mams die zo handig is met de naaimachine. Soms moet je een projectje gewoon uit handen geven in plaats van het zelf te willen doen, want anders ligt het 2 jaar te verstoffen in de kast…ik heb al een emmertje met deksel (die ooit gekocht is als nood-wc voor in de auto) én precies passende waszakjes – in de vorm van de hoezen waar het beddengoed van Yumeko in geleverd werd. Ik wíst wel dat ik ze met een reden had bewaard!

En dan het allerleukste groene nieuws: ik ga aan de slag als vrijwilliger bij het nieuw te ontwikkelen voedselbos bij mij in de buurt! De Groene Oase in Koedijk, dat is echt een droom hoor. Mijn droom, in het groot, behalve dat het niet in mijn eigen achtertuin is. Zo kan ik toch actief bezig zijn met een duurzaGroene-Oase_logome droom! Op zaterdag 11 november is er een presentatie van de initiatiefnemers en krijgen de aanwezigen meer te horen over het project. Ondertussen ben ik al bezig met het aanleveren van input voor Facebookberichten op de pagina van De Groene Oase. Wil je ook op de hoogte blijven van wat daar allemaal gebeurt? Like dan de FB-pagina van De Groene Oase!

En weet je: als we nog het idee hadden om naar Friesland te verhuizen, had ik me hier nooit voor opgegeven (in het kader van ‘we gaan straks toch weg…’). Dus alleen al daarom is het goed geweest wat er het afgelopen half jaar gebeurd is!

Ik heb me heilig voorgenomen om weer vaker een artikeltje te schrijven, maar ik ken mezelf, dus ik doe geen beloftes 😉

Blijf op hoogte van nieuwe posts en volg Duurzame Dinkies op Facebook!

Op zoek naar het washalla

soapnuts.jpgIk was al een aantal jaar niet meer met regulier wasmiddel. En daar ga ik ook nooit naar terug! Slecht voor het milieu, slecht voor je gezondheid, slecht voor je reukvermogen…(wist je dat het overmatig gebruik van parfum in allerlei fabrieksproducten, waaronder wasmiddel en wasverzachter, gezien wordt als het nieuwe ‘meeroken’? Dat ervaar je pas als je zelf van de parfum af bent. Vergelijk het maar met sterker je smaakvermogen wordt als je geen toegevoegd suiker meer gebruikt in je voeding!)

Maar om nou te zeggen dat ik altijd en overal onverdeeld positief ben over de alternatieven: nee. Ik heb gewassen met zelfgemaakt vloeibaar wasmiddel van Marseillezeep, maar op den duur vond ik de resultaten toch wat te mager. (Hoewel ik nog kan proberen om zuurstofbleekmiddel toe te voegen, want die optie had ik in dat stadium nog niet ontdekt). Ik heb waspoeder gemaakt met Marseillezeep, soda, epsomzout en baking soda en dat werkte een tijdje prima. Maar toch: die zeepresten in de machine…zeker toen ik erachter kwam dat azijn de elasticiteit van je textiel aan kan tasten – en ook heb ervaren dat bepaalde kledingstukken hun vorm gingen verliezen begon ik te twijfelen dit waspoeder. Het waspoeder zónder azijn is geen optie – zelfs met azijn hou je altijd wel nog iets aan zeepresten over, laat staan zonder azijn.

Een tijdje heb ik met alleen soda en zuurstofbleek gewassen. Op zich ook weer prima, ware het niet dat ik later las dat soda ook weer iets met de elasticiteit van je kleding kan doen. Of dat echt klopt heb ik nog niet ondervonden – ik gebruik het nog niet lang genoeg puur. Maar er kwam een ander probleem. Vriendlief gebruikte liever nog wel het waspoeder, in combinatie met azijn. Als ik dan vervolgens een andere was ging doen zónder azijn, zat alsnog mijn kleding onder de zeepresten (m.n. de kledingstukken die blijkbaar snel zeep vangen). Zucht….

Iets wat ik nog niet geprobeerd heb maar wel heel goed schijnt te werken is wassen met paardekastanje. Leuk, en dat ga ik ook zeker doen, maar het duurt nog even voor we weer kastanjes kunnen rapen. Maar ik had nog wel zeepnoten oftewel wasnoten liggen, van de periode dat ik hiermee mijn haar heb gewassen. Kom maar op!

Nog even inlezen voor ik aan de slag ga: en ik lees dat lichtbruine vlekken een risico zijn bij witte/lichte was, wanneer je de wasnoten gebruikt in de machine (in een zakje). Hmmm…daar zit ik niet echt op te wachten. Als alternatief werd genoemd om dan een aftreksel te maken en dit als vloeibaar wasmiddel te gebruiken. Oké, doen we dat!

Ik heb 60 gram wasnoten 5 minuten laten koken in 500 ml water, het toen even aangestampt met de stamppotstamper, en dit vervolgens gezeefd. Hiervan doe je 50 ml in een wasbolletje bij je was. Daarnaast voegde ik nog een lepel natriumpercarbonaat (zuurstofbleekmiddel) toe in het doseerbakje van de machine. En laat maar draaien die machine!

Het eindresultaat? Was ziet er goed schoon uit, dus so far so good. Wel zat er nog wat zichtbaar schuim op het glas van het deurtje. Niet veel, maar toch. Is het aftreksel toch te sterk? Ik kan me echt niet meer herinneren of dit met gewoon wasmiddel ook zo was…

Maar wat vooral opvalt: hoe zacht mijn was is! Ik las al dat wasnoten een natuurlijke wasverzachter zijn, en verdorie, ze hebben gelijk. Azijn kan daar echt niet aan tippen als wasverzachter hoor!

In ieder geval ga ik dit nog vaker proberen en ik ben benieuwd wat mijn ervaringen zijn op lange termijn. Ik hoop dat de kastanjes straks net zo goed of misschien wel beter werken, want dat is een lokaal product, zelf te rapen en dus nog veel duurzamer!
Hebben jullie wasnoten wel eens geprobeerd? Wat vonden jullie ervan? Of hebben jullie kastanje wel eens geprobeerd als wasmiddel?

Blijf op hoogte van nieuwe posts en volg Duurzame Dinkies op Facebook!

 

Het leven wordt steeds simpeler

Zo, hehe. Eindelijk weer eens tijd en gelegenheid om een artikeltje te schrijven. Het is toch lastig als je niet de luxe hebt om je focus continue op je passie te kunnen richten. Ik zou best de loterij willen winnen om daarna in een schamel hutje op de hei te gaan wonen en alleen nog maar met mijn voeten in de modder rond te banjeren!

Maar dat terzijde. Tijd om even wat te schrijven zo aan het einde van deze warme dag. Terwijl de lucht eindelijk wat koeler wordt, het licht langzaam wegzakt om plaats te maken voor het donker en de gierzwaluwen boven mij nog snel even de laatste insecten weggraaien voor ze in grote cirkels naar boven zweven om daar de nacht door te brengen (fascinerend diertje, die gierzwaluw – er is een heel boek over geschreven en dat is echt een aanrader!), ben ik even in de gelegenheid om een update te geven van mijn leven richting duurzaamheid.

Het leuke is dat met het ontdekken van alles wat mogelijk is, je ook gaat ontdekken wat er nog allemaal minder mogelijk is. Oftewel: hoe het nóg simpeler kan. Een aantal voorbeelden:

  • Tandpoeder. Eerder beschreef ik op mijn blog een recept hiervoor met een stuk of 5 bestanddelen. Werkt prima, maar poetsen met alleen zeezout is net zo fijn (wel zorgen dat je het eerst een beetje oplost in je speeksel, want het is vrij hard van structuur en daardoor vrij schurend zolang het niet opgelost is).
  • Wasmiddel. Ik heb vloeibaar wasmiddel gemaakt en waspoeder gemaakt. Beiden bevallen aardig. Maar wasmiddelen op basis van zeep hebben azijn nodig als wasverzachter om de zeepresten te verwijderen. Doe je dat niet, dan zit je kleding (in ieder geval die stoffen die er gevoelig voor zijn) onder de zeepresten. Niet zo handig. Maar: azijn schijnt ook, bij gevoelige stoffen, de rek eruit te halen. Het leek erop dat mijn dure biosokken en bustiers daar last van hadden. Zonde, want na een onbruikbaar. De nieuwe items ga ik nu wassen zonder azijn, maar dan dus ook zonder zeep. Antwoord: soda! Wassen met soda werkt helemaal prima en ik lijk zelfs te merken dat de kleuren er mooier van blijven (misschien zit er geen zeepwaas meer op…). Soms nog wat zuurstofbleekmiddel erbij voor extra waskracht. Groene zeep (voor hogere temperaturen) of ecologische (!) ossengalzeep van Sonett (tot 40°C) is een supergoede vlekverwijderaar, ook voor vettige aanslag (denk aan je kussensloop bij een no poo proces…). Dus ook hier: minder gedoe met het maken van wasmiddel of -poeder, minder kosten en minder ingrediënten in je voorraadkast!
  • Deodorant. Ik zweer nog steeds bij mijn good old deo van kokosolie, maïzena en bicarbonaat. Met 140 gram doe ik een jaar. Maar vriendlief vloog er doorheen en ik ben Leipe Loetje niet, dus die gebruikt nu pure bicarbonaat als deodorant en is hier meer dan tevreden mee. Aangezien bicarbonaat voor 1000-en-1 dingen gebruikt wordt hier in huis is dat natuurlijk prachtig!
  • Gezichtsverzorging. Op dit moment gebruik ik alleen olie. Zowel voor het schoonmaken van mijn gezicht (de oil cleansing method) als het voeden ervan. Ik heb een tijdje mijn gezicht alleen met water gewassen, maar dit wordt uiteindelijk toch te droog. Ik ben nog wel aan het zoeken naar mijn persoonlijke favorieten. Ik wil er uiteindelijk een stuk of 3 overhouden. Slechts 1 soort zou perfect zijn, maar ik merk dat mijn huid behoefte heeft aan afwisseling.
  • Lichaamsreiniging. Olijfzeep: meer hoef ik niet te zeggen.
  • Toiletbezoek. Eerder maakte ik nog een spray met een stuk of wat ingrediënten en etherische oliën, maar inmiddels het is verdund rozenwater. Lekker simpel, lekker fris!
  • Haren wassen – of niet. Een tricky verhaal. Ik heb van alles geprobeerd (ik schrijf het nog wel eens op) maar op dit moment heb ik gewoon keihard mijn haar 3 weken niet gewassen (en tussendoor slechts 2 keer gespoeld met kamillethee). Ik had 2,5 week vakantie, dus ik heb gewoon de gok gewaagd. Het zou erger kunnen zijn…het schijnt dat na ongeveer een maand er een kentering plaats vindt waardoor je haar minder vet wordt. Ik hoop het nog even stug vol te houden! Duimen jullie dat het lukt?

Stel je voor….nog even en je voorraadkast beslaat niet meer dan 1 klein plankje omdat je met een stuk of 10 ingrediënten je hele huishouden en lichaamsverzorging kan regelen. Er zijn vast nog wel wat voorbeelden waar ik nu even niet aan denk. Maar ik vind het zo heerlijk dat je zo veel kan doen met zoveel simpele ingrediënten. Ik vind het echt een kick of mijn leven zo te versimpelen – te minimaliseren zoals dat tegenwoordig zo hip heet. Lief zijn voor het milieu, lief zijn voor je portemonnee, lief zijn voor je lijf en lief zijn voor je vrije tijd!

Blijf op hoogte van nieuwe posts en volg Duurzame Dinkies op Facebook!

Recept: verwarmende en versterkende thee (met gember, kaneel en steranijs)

theeBrrrr…ik weet niet hoe het bij jullie is, maar hier hangt er al de hele dag een vochtige, dikke bewolking over het land. Grijze mist waar af en toe ook wat regen uit valt. Gecombineerd met een flinke wind is het echt herfstig buiten! Op dit soort dagen kun je wel iets gebruiken dat je verkleumde lijf van binnenuit verwarmt. Als je deze thee maakt, komt dat zeker goed! Hij is ook heerlijk versterkend wanneer je wat grieperig bent. Ik zou zeggen: Santé!

Voor 1 kop thee heb je nodig:

  • 1/2-1 cm gember, fijn gesneden
  • een half kaneelstokje (Ceylon), gehakt
  • 2 steranijs

Gember helpt je spijsvertering en geeft verlichting bij koude handen en voeten (jippie!). Ceylon kaneel is verwarmend, verbetert je bloedcirculatie en spijsvertering en werkt koortsverlagend. Steranijs is kalmerend en verlichtend bij darmklachten. Deze combinatie smaakt ook nog eens heerlijk!

Door de gember en kaneel te snijden komt er meer smaak vrij in je thee en heb je minder nodig. Geen onnodig gebruik van voedsel dus.

De bereiding is natuurlijk heel simpel. Doe alle ingrediënten in een theezeefje, plaats dit in een groot glas en giet er water op dat net gekookt heeft. Laat een minuut of 5 trekken, en dan genieten maar!

Wat is jullie ultieme herfstthee?

Blijf op hoogte van nieuwe posts en volg Duurzame Dinkies op Facebook!

Mijn duurzaamheidsnulpunt

biologisch-katoen-638x330In mijn vorige post schreef ik over het ´goed genoeg zijn´ qua duurzaamheid. Met andere woorden, ik doe mijn best maar het lukt niet altijd om mijn leven precies zo duurzaam in te vullen als ik zou willen. Maar er zijn een aantal principes waar ik wél aan vast hou en die ik echt onder geen beding wil loslaten, al kom ik nog zo in de verleiding. Vandaag vertel ik over mijn duurzaamheidsnulpunt(en).
Dit zijn de twee belangrijkste:

  1. Biologisch vlees. Dit is een van de allereerste beslissingen geweest die ik gemaakt heb op mijn groene pad. Het kiezen voor biologisch vlees is niet alleen een kwestie van duurzaamheid maar zeker ook van dierenwelzijn. Ik wil gewoon dat áls ik een dier eet, dit dier op zijn minst een goed leven heeft gehad. Vlees met een biologisch keurmerk geeft die garantie (hoewel in deze verziekte maatschappij garanties niet bestaan, maar zonder vertrouwen is een mens nergens). Geen kooidieren, geen dieren die nooit daglicht zien, maar dieren die – voor zolang hun leven duurt – wel gewoon dier hebben kunnen zijn. Ik zal hier nooit concessies in doen. Dat is met uit eten gaan wel eens verdomd lastig. Bij ons in de buurt zijn niet heel veel mogelijkheden voor uitgebreid biologisch, vega of vegan eten (die ook qua sfeer nog eens goedgekeurd zijn). Aangezien ik ook geen kaas eet (tenzij het vermomd is als een lasagnekorstje) vallen veel vegetarische gerechten ook af. Tomatensoep? Ja, maar alleen zonder ballen. Darn. Als het echt niet anders kan smokkel ik daarmee door de ballen aan mijn vriend te geven (ik voel nu een grapje opkomen dat ik braaf laat liggen om mijn relatie gezellig te houden). Maar dat voelt ook niet echt goed, omdat ik wél niet-biologisch (en misschien wel bio-industrie)vlees heb gekocht. Vis kies ik wel, meestal heeft dat ook een FSC-keurmerk tegenwoordig. Dat is tenminste iets, niet waar? In restaurants koos ik ook vaak voor wild, dat heeft tenminste ook een vrij leven gehad. Dacht ik. Want laatst ben ik erachter gekomen dat wild voornamelijk alleen maar een categorie vleessoorten is (zoals eend, hert en konijn), maar dat het zo goed gekweekt vlees kan zijn. Zucht…ik vrees de dag dat ik alleen nog maar stokbrood met kruidenboter kan bestellen als hoofdgerecht. Maar: geen concessies. Ik kan het gewoon echt niet over mijn hart verkrijgen om een dier te eten waarvan ik niet weet of het een goed leven heeft gehad. Het offer is te groot. En hoe moeilijk het soms ook is in de praktijk, achteraf ben ik altijd blij dat ik wéér sterk ben geweest.
  2. Biologische kleding en schoenen. Dit is een principe dat relatief makkelijk vol te houden is. Al sinds een paar jaar koop ik enkel nog kleding met een biologisch keurmerk, én kleding die (voornamelijk) uit natuurlijke materialen bestaat. Er is voldoende te kiezen, als je weet waar je moet zoeken. Voor iedere kledingstijl zijn er passende kledingstukken te vinden. Favoriete merken zijn: Inti Knitwear en Armedangels. Voor in de winter is het thermo ondergoed van Engel Natur een aanrader.
    Biologische kleding kost meer, dat is waar. Maar wat je ervoor terug krijgt is de investering méér dan waard. Geen chemicaliën op je huid, geen schade aan het milieu en (in het geval van wol) geen dierenleed. Daarnaast is de kwaliteit van biologische kleding zoveel beter dan al die troep van de Primark en H&M. De mensen die jouw kleding gemaakt hebben, hebben hiervoor een eerlijke prijs gekregen. Het blijft langer mooi en langer draagbaar, daardoor is biologische kleding uiteindelijk goedkoper.
    Omdat biologische kleding nog een nichemarkt is, is het niet ruim in de nabije omgeving voorhanden. De meeste kleding koop ik daarom via webshops. Dat heeft nadelen: het kost extra verpakkingsmateriaal en het moet bij je thuis gebracht worden. Dat gebeurt over het algemeen niet met de (elektrische) fiets. Als ik zelf echter op zoek zou moeten naar fysieke winkels voor mijn biokleding, zou ik ook behoorlijk wat moeten rijden. Het is een arbitrair rekensommetje natuurlijk. Ik koop in ieder geval zo min mogelijk nieuwe kledingstukken en kies voor kledingstukken die makkelijk te combineren zijn, zodat ik niet vast zit aan ´outfits´. (Sowieso ben ik geen fashion victim, dus dat scheelt. Wie koopt er nu broeken waar een of andere mislukte designer de gaten al in de knieën heeft bedacht?).
    Grootste uitdaging van dit nulpunt? De schoenen. Ik heb altijd al een haat-liefdeverhouding gehad met schoenen, mede dankzij mijn platvoeten. Dat feit, gecombineerd met het voornemen om alleen biologische schoenen te kopen is al een fijne uitdaging – de spoeling in biologische schoenen is vrij dun. Daar komt nog bij dat de meeste biologische schoenen online te vinden zijn. Dankzij mijn platvoeten is schoenen kopen niet een kwestie van ´de leukste in je winkelwagen stoppen en klaar is madam´. Nee, heel veel leuke schoenen zitten absoluut niet fijn. Het hele proces van online schoenen shoppen, passen, teleurgesteld zijn over de pasvorm (en misschien ook de maat) en het hele zooitje weer terug moeten sturen is kort gezegd niet iets om naar uit te kijken. Met als gevolg dat ik nu al zo´n 6 jaar geen nieuwe schoenen heb gekocht. Nog niet eens slippers! De schoenen die ik daarvoor gekocht heb ´doen´ het nog steeds prima. Ik hou het nog wel een paar jaar uit. Maar uiteindelijk zal ik toch voor de bijl moeten. Tenzij ik tegen die tijd inmiddels zo volkoren leef dat ik 24 uur per dag op blote voeten loop (maar die kans acht ik niet zo héél groot). Trouwens, ik heb vorig jaar wel Glerups sloffen aangeschaft. Diepte-investering die zich in het winterseizoen nog dagelijks terugbetaalt. Maar sloffen zijn geen schoenen, dus ik mag nog steeds zeggen dat ik 6 jaar geen schoenen heb gekocht 😉

Hebben jullie ook duurzaamheidsnulpunten? Ik ben benieuwd wat ze zijn, laat het weten in een reactie!

Blijf op hoogte van nieuwe posts en volg Duurzame Dinkies op Facebook!

Groene lunch: geroosterd brood met gegrilde courgette

broodje-gegrilde-courgetteBijna vegan, dit broodje. Zodra ik lekkere eivrije mayo kan vinden (of zelf kan maken) is deze lunch 100% vegan. Als je geen mayonaise wil gebruiken is het lekker om de courgette te besprenkelen met de olie van de zongedroogde tomaatjes (en dat is nog no-waste ook!). Vegetarisch is dit broodje sowieso al, en het levert je maar liefst 100 gram groente op! Hoezo is voldoende groente eten lastig?

En niet geheel onbelangrijk, dit broodje is echt superlekker! Zo maak je dit ´broodje gezond´:

Ingrediënten (voor 2 personen):

  • 1 courgette van ongeveer 300 gram
  • 2-3 eetlepels olijfolie
  • 2 flinke sneden brood of 4 kleinere sneetjes
  • 1 teentje knoflook
  • 4-5 zongedroogde tomaatjes op olie
  • 2 eetlepels pijnboompitten
  • peper en zout

Bereiding:

  • Verhit de grillpan (bij een gietijzeren pan duurt dit eventjes).
  • Snijd de courgette in dunne plakken en besmeer ze aan beide kanten licht met olijfolie.
  • Grill de plakjes courgette in gedeeltes in de grillpan, aan beide kanten.
  • Rooster ondertussen de sneetjes brood in een koekenpan en rooster ook de pijnboompitten in een koekenpan.
  • Snijd de zongedroogde tomaatjes in kleine stukjes.
  • Wrijf de sneetjes brood in met de knoflook en besmeer het brood met de mayonaise.
  • Verdeel vervolgens de courgette over de broodjes en bestrooi met peper en zout. Doe nog wat kleine dotjes mayonaise op de courgette.
  • Verdeel vervolgens de tomaatjes en pijnboompitten over de broodjes.
  • Klaar! Enjoy!

Blijf op hoogte van nieuwe posts en volg Duurzame Dinkies op Facebook!

Wanneer ben je duurzaam?

Zo, is dat me even een tijd terug! Het blog heeft een behoorlijke tijd op zijn gat gelegen, zoals je misschien wel gemerkt hebt. Sorry daarvoor. Het zat wel in mijn achterhoofd hoor, regelmatig dacht ik ´ik moet weer eens wat posten´, maar ik kon het niet opbrengen. Aan de ene kant heeft dat te maken met drukte, aan de andere kant met een voorliefde voor buiten spelen en van de natuur genieten. Maar er was ook nog een derde kant. Een kant die zich bezighield met gewetenskwesties. Ik heb me op sommige momenten af moeten vragen of ik wel ´het recht´ had een blog te mogen schrijven over duurzaamheid, als ik op zoveel fronten nog zoveel duurzamer kan (en moet) zijn. Het jaar is alweer bijna om en met schaamte denk ik terug aan de groene voornemens die ik in het begin van 2016 aan de grote klok heb gehangen. Het wasbare wc-papier? De lappen stof liggen allang klaar om geknipt te worden, maar dat is het dan ook. Vaker met de fiets naar het werk? Het is een paar keer gelukt, maar door enorme drukte, praktische hindernissen en een neiging tot oververmoeidheid heb ik toch meestal voor de auto moeten kiezen.

Het zijn dingen die ik in een ideale wereld anders wil zien, maar in het hier en nu blijkt dan het echte leven in de weg te zitten. En dat steekt. Ik voel regelmatig dat ik meer wil doen, maar daar niet aan toe kom zonder mezelf voorbij te lopen. Daardoor heb ik mezelf ook de vraag moeten stellen wanneer je duurzaam genoeg leeft. Mag je dan geen auto meer rijden? Mag je dan alleen verpakkingsvrij kopen? Moet je alles biologisch kopen, moet je 100% veganistisch eten? Als de kachel hoger gaat dan 16° C, ben je dan nog wel goed bezig? Mag je überhaupt nog wel de kachel aanzetten? Ben je in overtreding als je langer dan 2 minuten onder een douche staat die hoger staat dan 30°C?

Hoewel het geweldig zou zijn als we in een wereld leven waarin al het bovenstaande vanzelfsprekend zou zijn, is de realiteit nu eenmaal anders. Er zullen altijd mensen zijn die een auto nodig hebben om naar hun werk te gaan – en niet iedereen kan zijn werk om de hoek vinden. Soms is het belangrijker om te kiezen voor een maaltijd die toch wat plastic afval met zich mee brengt, omdat niet, of onvolwaardig, eten geen optie is. En door lichamelijke aandoeningen hebben sommige mensen gewoon een warme douche nodig om op gang te komen. Dus wat is dan echte duurzaamheid?good-enough_reboottime

Ik ben tot de conclusie gekomen dat het in de essentie gaat om de wil om duurzaam te zijn. Duurzaamheid begint bij het besef dat alles dat je op aarde uitvreet, een impact op de aarde heeft. Dat besef vertaalt zich vervolgens in een vorm van gewetensbezwaren of wroeging, waardoor je in ieder geval getriggerd wordt om erover na te denken en na te gaan hoe je je impact kan verkleinen. Dat dat vervolgens niet altijd lukt, is jammer, maar volgende keer beter. Er zijn miljoenen mensen op de wereld die nog nooit nagedacht hebben over hun impact op de wereld. Die alleen maar denken aan hoe ze zo goedkoop mogelijk zo veel mogelijk kleding kunnen kopen, omdat ze tegelijkertijd hun nieuwe smartphone willen kopen – hun huidige is ten slotte al bijna een jaar oud.

Er zullen mensen zijn die vinden dat je geen recht hebt van spreken zolang je niet alles perfect doet. Als je minder vlees eet en alleen biologisch, zullen er toch mensen zijn die vinden dat je pas over duurzaamheid mag spreken als je veganistisch wordt. En hoewel dat theoretisch helemaal klopt – als het gaat om voedingspatronen heeft veganisme een zeer lage klimaatbelasting – is het in de praktijk niet zo zwart-wit. Ik zie bijvoorbeeld vegan FB-pagina´s die zonder morren reguliere (dus niet-biologische) bewerkte producten promoten. Het is vegan, dus het is goed. Did someone say Oreo´s? Sorry, maar dan kies ik toch liever voor pure, onbewerkte en biologische voeding, ook al is het niet puur plantaardig. Want al die bestrijdingsmiddelen, additieven en suiker schaadt het milieu en onze gezondheid ook. (Dat betekent uiteraard niet dat ik me volstouw met vlees, ik eet gemiddeld 5 dagen per week vegetarisch en soms een dagje veganistisch. Dat geheel terzijde, maar blijkbaar voel ik toch de behoefte om me te verantwoorden.)

Kortom: duurzaamheid is niet zwart-wit en zal dit ook nooit worden. Waar het om gaat is dat je de juiste mindset hebt. Wie alleen tevreden is met perfectie zal altijd teleurgesteld zijn, want perfectie bestaat niet. Dat vergroot de kans dat je het uiteindelijk maar niet meer probeert – je behaalt je doel (perfectie) toch nooit. Dan liever met vallen en opstaan af en toe een succesje behalen en stukje bij beetje succesjes sparen. Ondertussen blijven we toewerken naar onze ideale (micro)wereld waarin we nooit de auto nodig hebben en al ons eten zelf verbouwen. Je moet ten slotte ook een droom hebben, niet waar 🙂

Lees ook eens deze blogpost die ik een jaar eerder schreef! Een terugkerend thema, zo blijkt 😉

Weten wat onze duurzame droom is? Klik hier.

Blijf op hoogte van nieuwe posts en volg Duurzame Dinkies op Facebook!

Duurzaam scheren deel 3: de safety razor in actie

Ik kon er niet meer omheen. Het is 30 graden buiten en ik liep nog steeds in een lange broek. Omdat ik eruit zag als een yeti. Omdat ik niet meer met mijn plastic-zooi-scheermes wilde scheren en ik nog niet de moed had verzameld om mijn safety razor zijn vuurdoop te geven. (Zie dit artikel waarin ik mijn safety razor introduceer!)

Eerlijkheidshalve moet ik zeggen dat ik de safety razor zijn vuurdoop al had gegeven. Maar blond als ik ben had ik het onderstuk ondersteboven vastgedraaid waardoor het apparaat bijzonder weinig scheereigenschappen overhield. En ik maar niet snappen waarom iedereen dat ding zo goed en gevaarlijk vond…

Anyway, vandaag was het tijd om mijn schaamte en razor-angst overboord te zetten en de yeti, eh, koe bij de hoorns te vatten. Dus: op naar de badkamer, gewapend met alle benodigdheden. Kommetje, scheerzeep, nog een kommetje, kwast, handdoekjes én natuurlijk de safety razor zelf.

De aanbevolen methode om je benen voor te bereiden op hun scheerbeurt is als volgt. Je maakt je benen warm/nat om de haartjes zachter te laten worden en de poriën open te zetten. Je haalt je vochtige (scheer)kwast enige tijd over een stuk scheerzeep en dit schuim je vervolgens op in een kommetje. Dan krijg je een berg schuim waar je u tegen zegt (in theorie) waarmee je vervolgens je benen in sopt. Nu ben ik eigenwijs geweest en heb geen scheerkwast aangeschaft. Ik wilde hem niet nodig hebben en wat je niet nodig hebt koop je niet (zie dit boek, aanrader!). Bij mijn eerste mislukte poging merkte ik wel dat je niet zoveel kan schuimen zonder kwast, dus wanneer je het direct op je benen inzeept. Gelukkig kwam ik daarna tot de conclusie dat ik nog een McGyver-oplossing in huis heb! Ik heb namelijk een werkeloze poederkwast – zo´n lekkere dikke van bamboe van een ecomerk. Die is werkeloos omdat ik gestopt ben met make-up, wat weer ingegeven is door a) het feit dat je elke keer plastic verpakkingen aanschaft en b) dat mijn huid er vast baat bij had om het niet meer te doen (en dat blijkt ook). Kortom: zonder dagelijks mijn gezicht te bepoederen, is die poederkwast werkeloos. Maar nu niet meer, want hij krijgt een 2e leven als scheerkwast! Re-use, no-waste enzovoort. Helemaal Duurzame Dinkies 😉

Dus, even terug naar het scheren. Dat opschuimen in een kommetje werkte voor geen meter. Dat kan komen doordat mijn kwast te nat was, misschien ook wel doordat het geen echte scheerkwast is. Geeft niks! Want door met de kwast lekker over mijn benen te gaan ging dat inzepen prima! Geen dikke schuimlaag maar meer dan voldoende om goed te kunnen scheren. Here we go…

Gelukkig is het mij alles meegevallen! Ik wilde al bijna jubelen dat ik zónder wondjes de eindstreep heb behaald, maar helaas kreeg ik het op het laatst toch voor elkaar op een vervelend plekje. Maar vooruit, meer dan tevreden 🙂 De truc is vooral om RUSTIG te scheren. De grootste valkuil is gedachteloos scheren waardoor je je mes niet in de goede positie houdt – en dat levert wondjes op. Je houdt je mes in een hoek van 30° – veel youtube-filmpjes te vinden om je een idee te geven! Het mes is makkelijk schoon te houden door hem steeds af te spoelen in een kommetje schoon water. Na de scheerbeurt haal je alles even los om het schoon te spoelen en goed te laten drogen. En het eindresultaat is heerlijk glad én zonder irritatie en ruwe huid. En dan te bedenken dat ik eruit zag als een yeti (de aanbeveling is om je haren niet langer te laten worden dan ´gemillimeterd´. Uhm, mag het 6 mm meer zijn?).

Ik ben in ieder geval overtuigd: geen GiletteVenusWilkinsonzooi meer. Bij mij is wel de pest dat ik er ná het scheren vaak achter kom dat ik nog een paar verstekelingen heb op mijn benen (iets te weinig licht in de badkamer). Nu heb ik dat nog met mijn oude mes opgelost, in het vervolg trek ik ze eruit met een pincet. Want die plastic dingen gaan eruit!

Volgende test is of het scheren ook goed werkt met pure olijfzeep, in het kader van minder is meer. Maar die chocoladezeep van Werfzeep is wel een luxueus momentje hoor…

Alles lezen over scheren met de safety-razor? Lees het artikel van visagist op de fiets!

Blijf op hoogte van nieuwe posts en volg Duurzame Dinkies op Facebook!